• tijd?: hij eet :onvoltooid tegenwoordige tijd|ott • tijd?: hij heeft gegeten :voltooid tegenwoordige tijd|vtt • tijd?: hij at :onvoltooid verleden tijd|ovt • tijd?: hij had gegeten :voltooid verleden tijd|vvt • tijd?: hij zal eten :onvoltooid toekomende tijd|ottt • tijd?: hij zal gegeten hebben :voltooid toekomende tijd|vttt